In Nieuws

Het Belastingplan 2017 en bijbehorende Prinsjesdagstukken zijn op dinsdag 20 september 2016 om 15.15 uur door minister Dijsselbloem aangeboden aan de Tweede Kamer. Hieronder informeren wij u over de belangrijkste fiscale wijzigingen.

3 Maatregelen die beleggen in box 2 via VBI minder aantrekkelijk maken

 Afrekenen positieve ab-claim
De eerste maatregel is dat voortaan in box 2 afgerekend moet worden over de positieve ab-claim als een lichaam, waarin de belastingplichtige een aanmerkelijk belang heeft, de vbi-status verkrijgt. Door deze maatregel kan een ab-claim niet langer doorgeschoven worden naar het fiscaalvriendelijke regime van de vbi. Om anticipatie op deze maatregel te voorkomen, wordt voorgesteld deze maatregel met terugwerkende kracht tot en met Prinsjesdag 2016 in werking te laten treden.

Flits-vbi
De tweede maatregel is dat box 3-vermogen, dat ondergebracht wordt in een vbi waarin de belastingplichtige een aanmerkelijk belang heeft, niet alleen belast wordt in box 2, maar ook belast blijft in box 3 als dit vermogen binnen achttien maanden weer terugkomt naar box 3. Door deze maatregel wordt de flits-vbi tegengegaan. Wel komt er een tegenbewijsregel zodat er geen dubbele belastingheffing plaatsvindt als de belastingplichtige aannemelijk kan maken dat er een zakelijke reden was om het vermogen binnen achttien maanden weer terug te halen naar box 3.

Koppeling percentage hoogste schijf box 3
De derde maatregel is het automatisch koppelen van het percentage van het forfaitaire rendement uit een vbi aan het voor dat jaar geldende percentage van de hoogste schijf in box 3.

Verlenging van de eerste tariefschijf van de vennootschapsbelasting

De eerste tariefschijf van de vennootschapsbelasting van 20% wordt in 2018 verlengd van € 200.000 naar € 250.000, in 2020 van € 250.000 naar € 300.000 en in 2021 van € 300.000 naar € 350.000. Deze maatregel is aangekondigd in de brief van 1 juli 2016 over de voorgestelde uitfasering van het pensioen in eigen beheer.

Beperking reikwijdte toerekeningsstop APV’s

Voorgesteld wordt om de toerekeningsstop alleen nog te laten gelden voor APV’s (zoals trusts of een – buitenlandse – particuliere stichting) voor zover die een reële, actieve onderneming drijven. Zo wordt onder meer een dam opgeworpen tegen het op relatief eenvoudige wijze opzoeken van de toerekeningsstop via een passieve APV die als houdstermaatschappij fungeert. Flankerend aan dit voorstel zullen, voor de situaties waarin de toerekeningsstop niet van toepassing is, in het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 (Bvdb 2001) aanvullende voorkomingsregelingen worden getroffen om bij de Nederlandse belastingheffing van de inbrenger rekening te houden met daadwerkelijk in het buitenland betaalde belasting.

Nexusbenadering als aanvullend substancecriterium Innovatiebox

Omdat de Nederlandse innovatiebox op dit moment niet volledig in lijn is met de Europese nexusbenadering wordt de innovatiebox aangepast. Na de aanpassingen bestaat de toets of voor een immaterieel activum gebruik kan worden gemaakt van de innovatiebox uit twee stappen. De eerste toets is of voor het speur- en ontwikkelingswerk dat heeft geleid tot het activum een S&O-verklaring is afgegeven. Daarmee wordt geborgd dat sprake is van technische innovatie. Deze toets geldt voor zowel grotere als kleinere belastingplichtigen. Als tweede stap moeten grotere belastingplichtigen toetsen of voor het activum een tweede toegangsticket aanwezig is.

Juridisch ticket
Van een juridisch ticket is sprake in geval van een octrooi, kwekersrecht, programmatuur of een vergunning voor het in de handel brengen van een geneesmiddel, of een exclusieve licentie op een van de voorgenoemde juridische tickets. Volgens de afspraken die in OESO-verband zijn gemaakt, zou het eisen van slechts een juridisch ticket ook voldoende zijn voor het verlenen van toegang tot preferentiële regimes voor immateriële activa. Omdat de OESO de ruimte biedt om meer juridische tickets toe te staan dan in het consultatiedocument stonden genoemd, zijn ook utility models (gebruiksmodel) en aanvullende beschermingscertificaten toegestaan. Voor de toepassing van de innovatiebox mag worden aangesloten bij het moment van aanvraag van een octrooi of kwekersrecht.

Kwalificerende voordelen
De nexusbenadering schrijft voor dat de volgende formule wordt toegepast:
kwalificerende voordelen = kwalificerende uitgaven x 1,3 / totale uitgaven x voordelen.

Administratieverplichting
Met het onderhavige wetsvoorstel wordt daarnaast een bijzondere administratieverplichting geïntroduceerd. Deze verplicht een belastingplichtige die de innovatiebox toepast om documentatie in zijn administratie op te nemen waaruit blijkt:

  • dat de belastingplichtige een of meer kwalificerende immateriële activa bezit;
  • wat de omvang is van de voordelen die belastingplichtige verkrijgt uit deze immateriële activa;
  • wat de meest passende methode is voor het bepalen van de voordelen uit deze immateriële activa; en
  • wat de omvang is van de uitgaven ten behoeve van de voortbrenging van de kwalificerende immateriële activa, uitgesplitst naar uitgaven voor het uitbesteden van speur- en ontwikkelingswerk binnen de groep en overige uitgaven.

De nu voorgestelde bijzondere verplichting vormt een aanvulling op de algemene administratieverplichting die is opgenomen in de AWR. Deze additionele verplichting geldt slechts voor gegevens die betrekking hebben op boekjaren die zijn aangevangen op of na 1 januari 2017.

Winstdrainage en overnameholdingbepaling

Debt-push down
Het kabinet stelt in de eerste plaats voor de berekeningssystematiek van de overnameholdingbepaling aan te scherpen voor het geval een overnameschuld door middel van een zogeheten ‘debt-push down’ van het niveau van de overnameholding naar het niveau van de overgenomen vennootschap verplaatst wordt.

7 jaar
Verder wordt voorgesteld om de termijn van 7 jaar, waarbinnen de financiering moet worden afgebouwd van ten hoogste 60% van de verkrijgingsprijs naar ten hoogste 25% van de verkrijgingsprijs, nader aan te scherpen. Hiermee wordt voorkomen dat door de overgenomen vennootschap steeds onder een nieuwe overnameholding te hangen waardoor de termijn van zeven jaar voor de afbouw van de maximale niet bovenmatige financiering telkens opnieuw zou aanvangen.

Hernieuwde overname
Tot slot wordt als derde voorgesteld om het eerbiedigende overgangsrecht niet meer van toepassing te laten zijn in de specifieke situatie dat een overnameholding op of na 1 januari 2017 in een nieuwe fiscale eenheid met een andere moeder wordt opgenomen. Hiermee wordt voorkomen dat bij een hernieuwende overname via een overnameholding na genoemde datum de oude financieringen onder het overgangsrecht blijven meelopen waardoor de overnameholdingbepaling in zoverre de facto buiten toepassing zou blijven.

De voorgestelde wijzigingen in de renteaftrekbeperking gericht tegen winstdrainage en in de overnameholdingbepaling zijn van toepassing voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2017.

Gerichte verruiming gebruikelijkloonregeling innovatieve start-ups

Op grond van de voorgestelde maatregel mag vanaf 2017 het belastbare loon van directeur-grootaandeelhouders (dga’s) van innovatieve startups voor de toepassing van de gebruikelijkloonregeling worden vastgesteld op het wettelijke minimumloon. Dit zal mogelijk worden gemaakt voor dga’s van bedrijven die speur- en ontwikkelingswerk verrichten en voor de toepassing van de S&O-afdrachtvermindering als starter worden aangemerkt. De maatregel is voorzien van een horizonbepaling, op grond waarvan deze bepaling vervalt per 1 januari 2022, tenzij de maatregel voor die datum positief wordt geëvalueerd.

Beperking van de verlenging van de derde schijf van de loon- en inkomstenbelasting

In 2016 bedraagt de bovengrens van de derde schijf van de loon- en inkomstenbelasting € 66.421. Deze bovengrens zou per 2017 worden verhoogd naar € 67.472. Voorgesteld wordt om deze bovengrens met € 400 te verlagen. In dat geval eindigt de derde schijf van de loon- en inkomstenbelasting in 2017 bij een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 67.072.

Verhoging van de algemene heffingskorting

Voorgesteld wordt de maximale algemene heffingskorting met € 48 te verhogen. In dat geval bedraagt de maximale algemene heffingskorting voor 2017 € 2254.

Beperking verhoging en wijziging startpunt afbouw arbeidskorting

Voorgesteld wordt om de maximale arbeidskorting met € 46 te verlagen. In dat geval bedraagt de maximale arbeidskorting in 2017 € 3223.

Daarnaast wordt ook het startpunt van de afbouw van de arbeidskorting aangepast. Dit startpunt zou per 2017 worden verlaagd naar € 33.944. Voorgesteld wordt het startpunt van de afbouw van de arbeidskorting verder te verlagen met € 1500. In dat geval komt het startpunt van de afbouw van de arbeidskorting in 2017 op € 32.444 te liggen.

Verhoging ouderenkorting

Voorgesteld wordt om de ouderenkorting met € 215 te verhogen. In dat geval wordt de ouderenkorting per 2017 € 1292 (in 2016: € 1187) voor pensioengerechtigden met een verzamelinkomen van niet meer dan € 36.057.

Binnenkort ontvangen onze relaties een uitgebreide nieuwsbrief over de fiscale wijzigingen 2017. Bent u ook geïnteresseerd, stuurt u dan een mail naar info@smitsvandenbroek.nl.

 

 

CONTACT

Laat hier een bericht achter. We nemen zo spoedig mogelijk contact met u op!

Niet leesbaar? Verander tekst. captcha txt
3e dinsdag SeptemberSRA-miljoenennota-september2