In Nieuws

U zult het ongetwijfeld al uit de media hebben vernomen: “De vermogensrendementsheffing in box 3 is disproportioneel en in strijd met het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens.” Dat stelt de advocaat-generaal (AG) van de Hoge Raad. Hij pleit voor een vorm van compensatie als belastingplichtigen door de box 3-heffing hebben ingeteerd op hun vermogen.

De AG meent dat het recht op eigendom wordt geschonden als de af te dragen belasting in box 3 hoger is dan het rendement dat is behaald. De effectieve heffing bedraagt op dit moment 1,2% over het vermogen, terwijl de spaarrentes vaak lager liggen. De belastingplichtige wordt zo gedwongen om in te teren op zijn vermogen, wat volgens de AG een inbreuk is op het recht van eigendom. De Hoge Raad zal zich hier uiteindelijk over uit moeten spreken. Vaak volgt het de AG, maar wanneer de budgettaire belangen groot zijn geeft de Hoge Raad de wetgever ruime bevoegdheden, zo blijkt uit het verleden.

Forfaitair rendement leidt tot willekeur 

Volgens de AG zijn de politieke en economische omstandigheden zodanig onzeker geworden dat het niet langer redelijk is om te veronderstellen dat u over een langere periode een rendement van 4% haalt over uw vermogen. De AG wijst er verder op dat de heffing in box 3 leidt tot willekeur en een onvoorspelbare belastingdruk, omdat de heffing gebaseerd is op een forfaitair rendement en niet op werkelijk behaalde rendementen.

Rechtsherstel na interen op vermogen 

De AG stelt dat de wetgever de box 3-heffing zodanig aan moet passen dat deze nooit hoger is dan het daadwerkelijk behaalde rendement. Hij adviseert de Hoge Raad zelfs om in te grijpen als de gewenste wetgeving uitblijft. Tot slot zou er in individuele gevallen sprake moeten zijn van rechtsherstel als de heffing in box 3 heeft geleid tot een buitensporige last. Hij laat zich niet echter niet uit over bij welke bedragen of vermogens belastingplichtigen in aanmerking moet komen voor rechtsherstel.

Aangekondigde wijzigingen niet voldoende 

Omdat de laatste jaren veel te doen is geweest over de vermogensrendementsheffing heeft het kabinet aangekondigd box 3 te hervormen met ingang van 2017. De belastingheffing wordt ook in die plannen echter niet bepaald op het door u daadwerkelijk behaalde rendement, maar op basis van het gemiddelde van rentestanden en het behaalde rendement op aandelen. Hieruit volgt een fictief rendement waarover u 30% belasting betaalt. Deze hervorming zal door het forfaitaire karakter ook niet voldoen aan de wensen van de AG, al is het nog maar afwachten of de Hoge Raad de conclusie van de AG overneemt.

Parket bij de Hoge Raad, 4 februari 2016, ECLI (verkort): 41.

Reactie Ministerie standpunt AG

In een eerste reactie op het advies van de advocaat-generaal (AG) over de box 3-heffing heeft het ministerie van Financiën aangegeven zich hierin niet te kunnen vinden. De vermogensrendementsheffing valt volgens de staatssecretaris binnen de ruime beoordelingsmarge die de wetgever toekomt.

De staatssecretaris (in naam van het ministerie) verwijst naar een een eerder arrest van de Hoge Raad vorig jaar april, waarbij het oordeel was dat het huidige forfaitaire stelsel van box 3 in principe geen inbreuk vormt op het eigendomsrecht.   

Percentage van 4 op langere termijn redelijk 

De staatssecretaris vindt het percentage van 4 voor de langere termijn gezien redelijk. Het kan zijn dat het percentage van 4 voor een zekere periode te hoog is, maar daar staat tegenover dat bij aanzienlijk hogere rendementen het percentage te laag is. De wetgever heeft hiervoor bewust gekozen vanwege de robuustheid van de heffing. De belastingheffing op inkomen uit sparen en beleggen als geheel valt volgens hem daarom binnen de ruime beoordelingsmarge van de wetgever.

Oplossing doet afbreuk aan het eenvoudige systeem 

De AG wil dat voor elk vermogensbestanddeel afzonderlijk wordt gekeken naar de werkelijk behaalde netto-opbrengst. De staatssecretaris vindt dat daardoor ongelijkheid in het leven ontstaat, doordat het verminderen van de box 3-heffing afhankelijk wordt van de specifieke bezitting en de daarmee behaalde opbrengst. Daarbij vindt hij dat deze door de AG aangedragen oplossing afbreuk doet aan het door de wetgever gewenste eenvoudige systeem voor zowel de belastingplichtigen als de Belastingdienst. De aanpak van de AG zou ten slotte tot vreemde resultaten leiden in gevallen waarin sprake is van tijdelijke waardedalingen. De staatsecretaris vindt dus dat de Hoge Raad de uitspraak van het hof moet bevestigen.

Aanmerken als massaal bezwaar 

De staatssecretaris van Financiën heeft al eerder besloten om de bezwaarschriften tegen de box 3-heffing als massaal bezwaar aan te merken. Heeft u geen bezwaar gemaakt, dan krijgt u ook geld terug als uw aanslag op 26 juni a.s. nog niet definitief vaststond en de rechter de heffing in box 3 buitensporig vindt.

 

 

 

 

CONTACT

Laat hier een bericht achter. We nemen zo spoedig mogelijk contact met u op!

Niet leesbaar? Verander tekst. captcha txt
500 eurobiljettenGeparkeerde auto's