In Nieuws

Tot en met 2014 was er een afzonderlijke fietsregeling, naast de Werkkostenregeling (WKR). Deze is dus in 2015 komen te vervallen. Ook na invoering van de werkkostenregeling blijft de mogelijkheid voor een ‘fiets van de zaak’ bestaan. In deze notitie een korte toelichting op de fiets in de WKR.

De fiets in de WKR

Met de invoering van de WKR is er een onbelaste vrije ruimte voor het verstrekken en vergoeden van onkosten van 1,2% van de (totale) loonsom. Daarmee verviel de vrijstelling voor de fietsregeling ook. De werkgever moet de waarde van een fiets die hij aan zijn werknemer vergoedt of verstrekt tot het loon van de werknemer rekenen of onderbrengen in zijn vrije ruimte binnen de WKR. Bij terbeschikkingstelling van een fiets (uw organisatie blijft eigenaar van de fiets en de werknemer moet de fiets bij uitdiensttreding ook weer inleveren) zijn alleen de zakelijke kilometers met de fiets relevant.

Binnen het Nationale Fietsplan is het verstrekken van een fiets voor het woon-werkverkeer door de werkgever aan de werknemer verreweg de meest gebruikte methode. Dit houdt in dat de werkgever de fiets aanschaft en onmiddellijk in eigendom overdraagt aan de werknemer. Soms wordt er binnen het Nationale Fietsplan gekozen voor het vergoeden van de fiets, in dat geval wordt de fiets eerst door de werknemer aangeschaft en vervolgens door de werkgever vergoed.

In beide gevallen is het vervolgens het meest gebruikelijk dat de werknemer als tegenprestatie brutoloon of brutoloonbestanddelen voor de fiets inlevert: het zogenaamde uitruilen of verrekenen.
In alle gevallen, vergoeden, verstrekken en al dan niet uitruilen, telt het fiscaal voordelige deel mee in de (vanaf 2015) 1,2% vrije ruimte.

De strenge en complexe regels van de fietsregeling zijn onder de werkkostenregeling vervallen. Er worden geen nadere eisen gesteld aan de fiets. Het mag ook een elektrische fiets of elektrische scooter zijn. Daarnaast kan een werkgever zelf bijvoorbeeld de frequentie van verstrekken, de hoogte van de aanschaf, het type fiets of de aard van het gebruik bepalen. De werkgever kan ook besluiten de huidige regels te blijven handhaven. Echter, er zal dan wel door de werkgever goed moeten worden gekeken naar het beschikbare budget om niet een naheffing te moeten betalen.  Komt de verstrekking of vergoeding boven de 1,2% uit dan is het een belast loonbestanddeel en dient er een heffing van 80% over de verstrekking/vergoeding te worden afgedragen.

De (onbelaste) reiskostenvergoeding en de fiets

Er is ook een mogelijkheid de vergoeding of verstrekking onder de reiskostenvergoeding te brengen. U maakt daarbij als werkgever gebruik van de onbenutte reiskostenvergoeding van medewerkers die minder dan 10 km van het werk wonen.

Wat betekent dit allemaal als u niet alleen de auto- en treinrijdende medewerker tegemoet wil komen, maar ook de fietsende collega? We komen tot vijf opties:

Optie 1: reiskostenvergoeding voor fietsers

U mag iedere medewerker onbelast een reiskostenvergoeding geven van € 0,19 per kilometer, ook de fietser, ook als deze binnen een straal van 10 kilometer van de zaak woont.

Optie 2: volledig los gaan met fietsstimulering

Als de vrije ruimte voor jouw bedrijf geen beperkende factor is (door de hoge loonsom) dan biedt de Werkkostenregeling nieuwe kansen om fietsen naar het werk te stimuleren. In principe zou u dan iedere medewerker van een fiets kunnen voorzien en omdat e-bikes ook mogen, hoeft u zich niet te beperken tot medewerkers die binnen een straal van 10 kilometer van het werk wonen. Ook reisafstanden van 30 kilometer horen met een speed e-bike tot de mogelijkheden.

Optie 3: fietsstimulering passend bij een krappe vrije ruimte

Voor werkgevers die minder ruim in de loonsom zitten, blijven er mogelijkheden om fietsen naar het werk te stimuleren. Ook het vergoeden van een fiets blijft mogelijk. U hoeft namelijk niet de hele fiets te vergoeden. U kunt er als werkgever ook voor kiezen om een deel te vergoeden, passend binnen die krappe vrije ruimte. Voor medewerkers met een laag salaris is het fiscale voordeel sowieso minder dan van medewerkers met een hoog salaris. Niet zo raar om ervoor te kiezen om de aanschaf van een fiets met een lager bedrag te vergoeden. Door de vergoeding te combineren met de uitbetaling van het vakantiegeld, vergroot u het fiscale voordeel van je medewerker.

Optie 4: leasen van fietsen

Net zoals u auto’s kunt leasen, is het ook mogelijk om fietsen voor uw medewerkers te leasen. Dit is met name interessant voor duurdere fietsen of e-bikes en kan zowel binnen de Werkkostenregeling als erbuiten. U kunt zelf kiezen welk bedrag u bruto verstrekt als vergoeding. Leasen maakt het mogelijk kosten te spreiden en uw medewerkers te ontzorgen (rijklaar afleveren, pech onderweg service, etc.), net zoals u dat doet met medewerkers die de beschikking krijgen over een leaseauto.

Optie 5: renteloze lening

De laatste optie maakt gebruik van de mogelijkheid in de Werkkostenregeling dat het rentevoordeel van een personeelslening voor de aanschaf van een fiets, elektrische fiets of elektrische scooter valt onder de nihilwaarderingen. Een werkgever kan een medewerker probleemloos een renteloze lening geven en bijvoorbeeld laten terugbetalen met de reiskostenvergoeding van € 0,19 per kilometer.

Een aantal voorbeelden

Voorbeeld 1: fiets en elektrische scooter

U koopt 10 fietsen voor uw werknemers. De kosten vallen met 1 boeking (factuurbedrag inclusief btw) in uw vrije ruimte van 1,2% van het totale fiscale loon. U boekt de fietsen niet meer per werknemer in uw loonadministratie, maar u boekt het hele bedrag in 1 keer als eindheffingsloon in uw financiële administratie.

U kunt de fietsen geven zonder te beoordelen hoe vaak uw werknemers de fietsen gebruiken voor woon-werkverkeer. Ook is het niet meer van belang of uw werknemers de afgelopen 3 jaar al een fiets hebben gekregen. Binnen de werkkostenregeling hebt u niet te maken met de normen van de oude regeling voor vrije vergoedingen en verstrekkingen voor de aanschafprijs (€ 749 per fiets) en voor vergoedingen die direct met de fiets samenhangen (€ 82 per kalenderjaar). U kunt eventueel een duurdere (elektrische) fiets met of een elektrische scooter vergoeden of verstrekken zonder aanvullende eisen. Wel geldt de gebruikelijkheidstoets.

Voorbeeld 2: cafetariaregeling voor fietsen

U kunt belast loon (nog steeds) omzetten in een onbelaste vergoeding of verstrekking voor bijvoorbeeld een fiets. De werkkostenregeling geeft u grote vrijheid om hierover afspraken te maken. U kunt een cafetariaregeling bijvoorbeeld zonder meer uitbreiden met elektrische fietsen.

U kunt uw werknemers ook nog steeds een renteloze lening geven voor de aanschaf van een (elektrische) fiets of elektrische scooter. Bij cafetariaregelingen met een lening voor de aanschaf van een (elektrische) fiets of een elektrische scooter is het rentevoordeel van die personeelslening nihil. Uw werknemer kan bijvoorbeeld ook zijn onbelaste reiskostenvergoeding van € 0,19 (bedrag voor 2015) per kilometer omruilen voor een fiets of gebruiken voor de aflossing van de renteloze lening.

Voorbeeld 3: vergoedingen voor intermediaire kosten

Na een winter met veel sneeuw laat uw werknemer zijn auto van de zaak wassen in een wasstraat. De onderkant van de auto is weer brandschoon en vrij van strooizout. U betaalt aan uw werknemer het bedrag terug dat hij heeft betaalt voor de wasbeurt. U kunt dit belastingvrij doen. Het is een vergoeding voor intermediaire kosten, die niet onder de werkkostenregeling valt.

Voorbeeld 4: loon in natura

U krijgt een factuur van uw leverancier voor 25 kerstpakketten die u hebt gekocht voor uw werknemers. De waarde van deze kerstpakketten is de factuurprijs inclusief btw. U kunt deze verstrekkingen aanwijzen als eindheffingsloon en de totale factuurwaarde in 1 keer opnemen in uw administratie.

Voorbeeld 5: woon-werkverkeer

U geeft uw werknemer voor woon-werkverkeer een vaste vergoeding van € 0,19 per kilometer (bedrag voor 2015) op basis van 214 dagen per kalenderjaar. U kunt deze regeling ook onder de werkkostenregeling blijven gebruiken.

Voorbeeld 6: gerichte vrijstelling met bovenmatige vergoeding

U betaalt uw werknemer een reiskostenvergoeding van € 0,29 per zakelijke kilometer. Van dit bedrag kunt u € 0,19 (bedrag voor 2015) per kilometer onbelast vergoeden omdat hiervoor een gerichte vrijstelling geldt. De rest van het bedrag (€ 0,10 per kilometer) komt uit boven het normbedrag van de gerichte vrijstelling. U kunt dit als belast loon van uw werknemer bestempelen of als eindheffingsloon aanwijzen, of een combinatie van beide. Hebt u geen vrije ruimte meer over, dan moet u over het meerdere (€ 0,10 per kilometer) 80% eindheffing betalen, dus € 0,08 per kilometer.

 

CONTACT

Laat hier een bericht achter. We nemen zo spoedig mogelijk contact met u op!

Niet leesbaar? Verander tekst. captcha txt
Meetingsmits-header-november