In Nieuws

Vanaf 1 april 2017 tot en met 31 december 2019 heeft een dga de mogelijkheid om zijn pensioen in eigen beheer af te kopen of om te zetten in een oudedagsverplichting (ODV). Onlangs heeft het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen van de Belastingdienst praktijkvragen beantwoord over de eisen die gelden als de gerechtigde tot een ODV overlijdt. Een van de voorwaarden is dat de ODV-termijnen toekomen aan zijn erfgenamen (artikel 38p Wet LB). Wordt niet hieraan voldaan, dan is over de gehele aanspraak loonheffing en revisierente verschuldigd en is de vrijstelling in de erfbelasting (artikel 32.1.5 SW) niet van toepassing.

Wettelijke verdeling vormt geen probleem omdat nalatenschap toekomt aan de erfgenamen
Als op de nalatenschap van de dga de wettelijke verdeling van toepassing is, wordt de ODV-aanspraak verkregen door de langstlevende echtgenoot. Hoewel de ODV-aanspraak niet op basis van evenredigheid naar zijn erfgenamen vererft, levert dit volgens de Belastingdienst geen probleem op omdat de nalatenschap toekomt aan de erfgenamen van de dga. In dat geval gelden de pensioenvrijstelling in de erfbelasting en pensioenimputatie voor de partner.

Ook geen probleem als de ODV-aanspraak vererft naar evenredigheid van het erfdeel
Als de ODV-aanspraak vererft naar testamentaire erfgenamen naar evenredigheid van hun erfdeel, wordt ook voldaan aan de eisen van artikel 38p Wet LB voor zover de erfgenamen natuurlijke personen zijn. Als in een overeenkomst met de BV echter is bepaald dat de ODV-aanspraak toekomt aan een van de erfgenamen, wordt niet voldaan aan de voorwaarden.

ODV-aanspraak mag volledig worden gelegateerd aan een van de erfgenamen van de dga
Indien een ODV-aanspraak volledig wordt gelegateerd aan een van de erfgenamen, wordt eveneens voldaan aan de voorwaarden van artikel 38p Wet LB. Dit is echter niet het geval indien de ODV-aanspraak wordt gelegateerd aan een derde die niet tevens erfgenaam is.

Op grond van het huwelijksvermogensrecht kan de echtgenoot een vorderingsrecht hebben
Volgens de Belastingdienst kan een ODV-aanspraak in de huwelijksgemeenschap vallen. Als een van de echtgenoten overlijdt, behoort de onverdeelde helft van de ODV-aanspraak tot de nalatenschap. Aangezien de aard van de ODV-aanspraak met zich brengt dat deze niet toegedeeld kan worden aan een ander dan de dga, moet de waarde van de helft van de ODV-aanspraak worden vergoed aan de echtgenoot van de dga. Als de echtgenoot van de dga als eerste overlijdt, zit in de nalatenschap geen ODV-aanspraak maar een vordering op de dga. Hierop is artikel 38 Wet LB niet van toepassing en gelden daarvoor dus geen eisen.

Indien een erfgenaam van de dga overlijdt, gelden dezelfde regels als bij overlijden van de dga
Als een ODV-aanspraak is vererfd en de verkrijger van de ODV-aanspraak daarna overlijdt, gelden dezelfde regels als bij vererving van de ODV-aanspraak bij het overlijden van de dga. Indien wordt voldaan aan de voorwaarden, is de pensioenvrijstelling voor de erfbelasting van toepassing en geldt de pensioenimputatie in geval van verkrijging door een partner.

Centraal Aanspreekpunt Pensioenen Handreiking ODV-aanspraken en overlijden 13 oktober 2017

Bron: Notamail, SDU Uitgevers 2017

CONTACT

Laat hier een bericht achter. We nemen zo spoedig mogelijk contact met u op!

Niet leesbaar? Verander tekst. captcha txt
Man en vrouw op bankjeFoto man en vrouw