Door
In

Met ingang van dit jaar is de pensioenrichtleeftijd al verhoogd van 65 naar 67 jaar en is de jaarlijkse pensioenopbouw omlaaggegaan. Daar blijft het niet bij. Door de alsmaar stijgende levensverwachting en de toenemende vergrijzing is het huidige pensioenstelsel niet langer houdbaar. De pensioenversoberingskaravaan dendert daarom voort. Vanaf 2015 geldt een verdere verlaging van de pensioenopbouw en een maximering van het pensioengevend inkomen. Uw werknemers zullen langer moeten doorwerken voordat zij van een welverdiende oude dag kunnen gaan genieten. Door de verdere versobering zullen pensioenregelingen dit jaar opnieuw moeten worden aangepast.

Let op! De maximale pensioenopbouw­percentages gaan wederom omlaag. Daarnaast wordt het loon waarover pensioen kan worden opgebouwd beperkt.

Lagere pensioenopbouw

Bedraagt het maximale pensioenopbouw­percentage bij een middelloonregeling dit jaar nog 2,15%, per 1 januari 2015 gaat dit percentage omlaag naar 1,875%. Dat betekent dat iemand in 40 jaar werken een pensioen kan opbouwen van 75% van het gemiddelde inkomen. Voor pensioen op eindloonbasis geldt vanaf 2015 een maximaal opbouwpercentage van 1,657% (2014: 1,9%) per dienstjaar. Met een eindloonregeling bouwt iemand dus na 40 jaar werken een pensioen op van ongeveer 67% van het laatstverdiende loon. Voor beschikbare premieregelingen is er een vergelijkbare aanpassing. Het is de bedoeling dat het op een beschikbare-premiestelsel gebaseerde ouderdomspensioen na 40 jaar opbouw niet meer bedraagt dan 75% van het gemiddelde pensioengevend loon op dat tijdstip. Tot slot wordt ook het partner- en wezenpensioen naar rato gewijzigd.

Tip: Nu de pensioenopbouw omlaaggaat, zullen naar alle waarschijnlijkheid volgend jaar ook de te betalen pensioenpremies dalen. Dat resulteert voor werknemers dan in een hoger nettoloon.

Aftoppingsgrens bij hoog loon

Vanaf 2015 is het maximale salaris waarover pensioen mag worden opgebouwd, beperkt tot € 100.000. Dit heet de aftoppingsgrens. Wie meer verdient, kan vanaf 2015 voor het deel boven de aftoppingsgrens met een nettolijfrente bijsparen voor extra inkomen voor de oude dag.

De maximering van het pensioengevend loon geldt niet voor het arbeidsongeschiktheidspensioen. De aftoppingsgrens van € 100.000 heeft echter wel gevolgen voor de opbouw van het partnerpensioen. De aftopping raakt weliswaar niet het tot 1 januari 2015 opgebouwde partnerpensioen, maar heeft wel consequenties voor de omvang van het vanaf 1 januari 2015 toe te kennen partnerpensioen.

Let op! Nu vanaf 1 januari 2015 het partnerpensioen ook is afgetopt, kan dit financiële gevolgen hebben wanneer uw werknemer voor zijn pensioeningangsdatum overlijdt. Vindt uw werknemer deze beperking van het partnerpensioen bij vooroverlijden ongewenst, dan zal hij hiervoor zelf een voorziening moeten treffen, al dan niet via de nettolijfrente.

Nettolijfrente

Vanaf 2015 komt er een heel nieuwe faciliteit bij voor iedereen die meer verdient dan € 100.000 en hierdoor aanloopt tegen de aftoppingsgrens: de nettolijfrente. Werknemers die meer verdienen dan € 100.000, krijgen de mogelijkheid om op vrijwillige basis fiscaal vriendelijk bij te sparen. Via de nettolijfrente kan – zij het begrensd – alsnog een oudedagsvoorziening worden opgebouwd die ongeveer overeenkomt met een jaarlijkse brutopensioenopbouw van 1,875% van het gemiddeld verdiende arbeidsinkomen.

Tip: De nettolijfrente is een vrijwillige oudedagsvoorziening die openstaat voor iedereen met een inkomen boven de aftoppingsgrens, dus ook voor de ondernemer en de resultaatgenieter. Natuurlijk kan ook de directeur-grootaandeelhouder (dga) die voor de loonbelasting gewoon kwalificeert als werknemer, gebruikmaken van de nettolijfrente.

De nettolijfrente is zoals gezegd op vrijwillige basis. De premie wordt betaald vanuit het netto-inkomen en is niet aftrekbaar. Daar staat tegenover dat de uitkeringen uit de nettolijfrente onbelast zijn. De waarde van de aan­spraak op een nettolijfrente vormt vrijgesteld vermogen in box 3 van de inkomstenbelasting.

Let op! De nettolijfrente is echt bedoeld als inkomen voor de oude dag. Het is dan ook niet de bedoeling dat de nettolijfrente eerder of voor andere doeleinden wordt opgenomen. Er gaan strenge regels en sancties gelden tegen afkoop. Meer duidelijkheid hierover volgt in het Belastingplan 2015 dat op Prinsjesdag bekend zal worden gemaakt.

Niet alleen verzekeraars, banken en beleggingsinstellingen kunnen straks de nettolijfrente aanbieden, maar waarschijnlijk ook pensioenfondsen. Op dit moment vindt nog druk overleg plaats over de voorwaarden waaronder pensioenfondsen straks de nettolijfrente kunnen gaan uitvoeren.

Werkgeversbijdrage

U mag als werkgever een bijdrage verstrekken aan uw werknemers die deelnemen aan de nettolijfrente. Deze werkgeversbijdrage wordt tot het loon gerekend en daarmee in de belastingheffing betrokken. Voorwaarde is wel dat u dan de bijdrage ook geeft aan de werknemers die niet deelnemen aan de faciliteit. Mochten uw werknemers straks deelnemen aan een nettolijfrente bij een pensioenfonds, dan geldt voor u zelfs een verplichte werkgeversbijdrage van ten minste 10%. Een hogere bijdrage is toegestaan. Bovendien geldt ook dan de voorwaarde dat u een werkgeversbijdrage van ten minste 10% moet betalen aan vergelijkbare werknemers die niet deelnemen aan een nettolijfrente bij het pensioenfonds.

Lijfrente aan banden

De nettolijfrente mag dan een nieuwe faciliteit zijn, dat betekent echter niet dat de ‘gewone’ lijfrente daarmee ophoudt te bestaan. Wie een pensioentekort heeft, kan dan ook gewoon betaalde lijfrentepremies in aftrek brengen in zijn aangifte inkomstenbelasting. Door de pensioenversobering wijzigt echter ook de lijfrentepremieaftrek vanaf 2015. Dit jaar bedraagt het maximale premiepercentage over de grondslag nog 15,5% (2013: 17%). Per 1 januari 2015 gaat dit percentage verder omlaag naar 13,8%. Bovendien wordt bij de berekening van de premieaftrek ook rekening gehouden met de nieuwe aftoppingsgrens van € 100.000.

Let op! Ook de opbouw van de oudedagsreserve voor ondernemers in de inkomstenbelasting gaat verder aan banden. Dit jaar mag een ondernemer die voldoet aan de voorwaarden nog 10,9% van zijn winst toevoegen aan de oudedagsreserve met een maximum van € 9.542. Volgend jaar gaat dit omlaag naar 9,8% en een maximumbedrag van € 8.640.

Aanpassing van pensioenregelingen

De nieuwe pensioenaanscherpingen vanaf 2015 betekenen dat bestaande pensioen­toezeggingen opnieuw moeten worden aangepast. Deze moeten namelijk wel binnen de fiscale kaders blijven. Overleg daarom op tijd met de pensioenuitvoerder (pensioenfonds of pensioenverzekeraar) waarbij de pensioenregeling van uw werknemers is ondergebracht of aanpassing van het pensioenreglement wenselijk dan wel noodzakelijk is en wat de gevolgen hiervan zijn. Het kan zijn dat uw werknemers formeel akkoord moeten gaan met een wijziging van het pensioenreglement. Bovendien moet u er als werkgever op toezien dat de pensioenuitvoerder uw werk­nemers tijdig inlicht over een wijziging van de pensioenovereenkomst (binnen drie maanden na de wijziging).

Let op! Ook de pensioenovereenkomst van de dga met een pensioen in eigen beheer zal hoogstwaarschijnlijk nog dit jaar moeten worden aangepast. Ook deze overeenkomst zal immers binnen de fiscale regels moeten blijven.

Tot slot

De nieuwe pensioenversoberingen mogen dan nodig zijn, ze blinken wederom niet uit in eenvoud en begrijpelijkheid. Er zijn veel haken en ogen en de fiscale regels rondom de opbouw van pensioen luisteren nauw. Bovendien is nog niet alles duidelijk. Denk bijvoorbeeld aan de sanctie bij tussentijdse afkoop van de nettolijfrente of het antwoord op de vraag of pensioenfondsen uiteindelijk ook echt de nettolijfrente kunnen gaan aanbieden en ook bereid zijn dit te doen. Aarzel dan ook niet om bij vragen contact met ons op te nemen.

CONTACT

Laat hier een bericht achter. We nemen zo spoedig mogelijk contact met u op!

Niet leesbaar? Verander tekst. captcha txt