Door
In

Deelnemers aan de levensloopregeling hebben bij opname van het levenslooptegoed recht op de levensloopverlofkorting. Onlangs heeft rechtbank Zeeland-West-Brabant een opvallende uitspraak hierover gedaan. Volgens de rechter bestaat ook recht op levensloopverlofkorting voor de jaren dat er niet daadwerkelijk geld is gestort op de levenslooprekening, maar de aangroei van het levenslooptegoed alleen bestond uit rentebijschrijvingen. Of de Belastingdienst tegen deze uitspraak in hoger beroep gaat, is nog niet bekend.

De levensloopregeling is inmiddels afgeschaft, maar niet als u op 31 december 2011 op uw levenslooprekening € 3000 of meer had staan. U mag nog tot en met 2021 blijven deelnemen aan de levensloopregeling. Vanaf 2012 bouwt u echter geen levensloopverlofkorting meer op. De jaren daarvoor tellen wel mee. Dat betekent dat voor ieder jaar dat u tot en met 31 december 2011 heeft gespaard in de levensloopregeling, u bij opname van het levenslooptegoed recht heeft op de levensloopverlofkorting. Sparen hoeft volgens de rechter niet te betekenen het jaarlijks bijstorten op de levenslooprekening. Ook de jaren waarin de aangroei van het levenslooptegoed alleen bestond uit rentebijschrijving tellen mee voor de levensloopverlofkorting.

Neemt u het levenslooptegoed volgend jaar in één keer op dan is 80% van het tegoed opgebouwd tot en met 31 december 2013 belast. Het overige tegoed (opgebouwd in 2014) is voor de volledige waarde belast. Maakt u gebruik van deze 80%-regeling dan eindigt voor u definitief de levensloopregeling.

CONTACT

Laat hier een bericht achter. We nemen zo spoedig mogelijk contact met u op!

Niet leesbaar? Verander tekst. captcha txt