1. Geen spaarrente meer en belastingheffing in Box 3 voorlopig hetzelfde: er zijn alternatieven!

De bancaire spaarrente is al een tijdje nagenoeg 0% of wellicht negatief! Toch wordt de spaarrente in Box 3 nog steeds belast alsof er 4% of meer rente genoten wordt. Bovendien is uw spaargeld door de inflatie steeds minder waard. Het wordt tijd om na te denken over alternatieven! U kunt kiezen voor beleggingsproducten die een hoger rendement geven, maar die zijn ook risicovoller. Er waren plannen om vanaf 2022 de belastingheffing in Box 3 te wijzigen en de spaarder te ontzien, maar dit gaat voorlopig niet door.

Belastingplan 2021

Een jaar eerder werden er wijzigingen aangekondigd die de spaarders zouden ontzien met een hele hoge vrijstelling voor spaargeld. Deze plannen gaan, helaas voor de spaarder, niet door.

De systematiek blijft ook in het Belastingplan voor komend jaar hetzelfde: drie schijven van € 50.000 tot €100.000, van € 100.000 tot € 1.000.000 en boven de 1 mio. Het tarief gaat zelfs omhoog van 30 naar 31%.

Om kleine spaarders toch nog tegemoet te komen wordt het heffingsvrije vermogen verhoogd van € 30.846 naar € 50.000 per persoon. De drempel voor de toeslagen blijft overigens € 30.846.
Heeft u (veel) meer gespaard blijft u dus belasting betalen over uw spaargeld terwijl de rente nihil zal zijn. Voorlopig (komende twee jaren?) zal deze systematiek niet gewijzigd worden.
Zijn er alternatieven? Ja die zijn er, onderstaand noem ik noem er een paar.

Belastingheffing in Box 3, aflossing Hypotheek

De spaarrente wordt belast in Box 3. Deze belastingheffing eindigt wanneer u uw spaargeld gebruikt om af te lossen op de hypotheekschuld in Box 1. U bespaart hiermee dus Box 3 heffing en de (netto) hypotheekrente. Nadeel is wellicht dat de hypotheekrente niet meer aftrekbaar is als je later weer wil bijlenen.

Lening of schenkingen aan kinderen

Een andere optie is het schenken aan kinderen. Wellicht om een eigen woning mee te kopen of deze te verbouwen. Het maximale bedrag bedraagt in 2020 €103.643 als uw kind tussen de 18 en 40 jaar oud is.

U kunt het bedrag natuurlijk ook uitlenen aan uw kind tegen een rente vergelijkbaar met de bancaire hypotheekrente. Uw lening blijft belast in Box 3 maar, levert u meer rendement op en uw kind kan de rente gewoon als eigen woningrente aftrekken mits annuïtair wordt afgelost.

Inbreng spaargeld in BV of OFGR

Ook kan het spaargeld van Box 3 verhuizen naar Box 2 door dit bedrag als kapitaal in te brengen in uw BV, ook zonder daar aandelen voor te krijgen (zogenaamd agio of informeel kapitaal).

U wordt in de BV slechts belast voor de rente die u daadwerkelijk ontvangt, geen rente geen belastingheffing. Heeft u geld nodig voor het levensonderhoud dan kunt u overwegen om dividend uit te keren, echter dit is weer belast met 26,25% (vanaf 2021 26,9%). Beter is het om tijdelijk van de BV te lenen en later onbelast kapitaal terug te betalen. Hiervoor moet u wel bij de notaris langs om de nominale waarde van de aandelen te verlagen.

Om wat flexibeler te kunnen zijn met het spaargeld kan ook een Open Fonds voor Gemene Rekening worden opgericht in plaats van een BV. Dit is sneller, goedkoper en bij terugbetaling van kapitaal hoeft u niet naar de notaris. Hiervoor moet u met minimaal 2 personen zijn en dat kan uw partner, echtgenote of een van uw kinderen zijn (niet uw echtgenoot/echtgenote waarmee u in gemeenschap van goederen gehuwd bent!).

Zorg dat u de BV of OFGR voor 1 januari a.s. hebt opgericht, dan bespaart u meteen de Box 3 heffing in 2021.

Komt u eens langs om uw persoonlijke situatie te bekijken om te zien wat in uw geval het meest voordelig is!


2. Het einde van “de kaasroute” in zicht…..

De Belgische Kamercommissie Financiën heeft een wetsvoorstel aangenomen om schenkingen van roerende goederen voor een buitenlandse notaris verplicht te laten registreren. Belastingvrij schenken voor een buitenlandse notaris, de zogenoemde “de kaasroute”, is binnenkort dus verleden tijd. De nieuwe verplichting gaat gelden voor schenkingen vanaf 1 december 2020.

Het schenken van roerende goederen kan in België op twee manieren. Enerzijds is er de schenking via hand- of bankgift, anderzijds kunnen bepaalde roerende goederen geschonken worden via tussenkomst van een notaris. Laat u een Belgische notaris de vastlegging van de schenking maken, dan zal deze vastlegging altijd geregistreerd worden. Het Belgische schenkingrecht is een registratiebelasting, wat inhoudt dat enkel schenkingsrecht is verschuldigd indien een schenking wordt geregistreerd. Deze schenkingsrechten variëren tussen de 3% en 7%, afhankelijk van het gewest waar u woont en wie de ontvanger is.

In het geval dat er een notariële akte wenselijk is voor de schenking van roerende goederen kunt u er ook voor kiezen om de akte voor een Nederlandse notaris te laten verlijden. Een Nederlandse notaris is namelijk niet verplicht om deze akte in België te laten registreren. Dat betekent dat men in Nederland dus wél aandelen op naam, geld, of kunst kan schenken zonder schenkbelasting te betalen. Deze manier van schenken wordt “de kaasroute” genoemd.

Nu het wetsvoorstel is aangenomen moeten per 1 december 2020 ook buitenlandse notariële akten verplicht worden geregistreerd. Dit betekent dat u per 1 december 2020 ook schenkingsrecht verschuldigd bent indien u de schenking laat vastleggen bij een Nederlandse notaris. Hiermee komt een einde aan het belastingvrij schenken van roerende zaken door het inschakelen van een buitenlandse notaris.

Voor schenkingen die niet voor een notaris gebeuren, zoals een handgift of een bankgift, blijft het huidige systeem bestaan.

Bent u Belg of bent u langer dan tien jaar geleden naar België gemigreerd en wilt u nog belastingvrij schenken middels een buitenlandse notariële akte, zorg er dan voor dat u dit vóór
1 december 2020 doet.

Heeft u hierover nog vragen, neem dan gerust contact met ons op!


3. Top 10 eindejaarstips

In dit bijzondere jaar kunt u als ondernemer misschien wel meer dan ooit goede fiscale en andere eindejaarstips gebruiken. Wij hebben er tien voor u geselecteerd.

  1. Benut uw mogelijkheden binnen de werkkostenregeling
    De vrije ruimte binnen de WKR is dit jaar verruimd. Tot een loonsom van € 400.000 bedraagt de vrije ruimte 3% en over het meerdere 1,2%. Beoordeel uw nog resterende vrije ruimte en benut deze maximaal. Maak daarbij gebruik van de doelmatigheidsmarge van € 2.400 per persoon per jaar. Tot dit bedrag beschouwt de Belastingdienst vergoedingen en verstrekkingen in ieder geval als gebruikelijk. Maak alleen gebruik van de concernregeling binnen de werkkostenregeling indien deze positief voor u uitpakt. Vanwege de grotere vrije ruimte is dit minder vaak het geval dan vorig jaar.
  2. Verbreek uw fiscale eenheid
    Zitten uw bv’s op dit moment in een fiscale eenheid, dan is het wellicht lonend deze te verbreken. De fiscale eenheid betaalt namelijk vennootschapsbelasting over de gezamenlijke winst van alle bv’s. Gezien het toenemende verschil tussen het lage en het hoge Vpb-tarief wordt het verbreken van de fiscale eenheid interessanter. Het tariefverschil in de eerste schijf bedraagt vanaf 2021 immers 10%-punt (15% respectievelijk 25%) en heeft vanaf 2021 betrekking op de eerste € 245.000 winst en vanaf 2022 zelfs op de eerste € 395.000 winst.
  3. Vervroeg aanschaf bedrijfspand
    Bij aankoop van een bedrijfspand bent u dit jaar 6% overdrachtsbelasting verschuldigd. Per 2021 gaat dit tarief omhoog naar 8%. Het is daarom aan te bevelen de voorgenomen aankoop van een bedrijfspand zo mogelijk nog vóór 2021 te realiseren.
  4. Vermijd hoge belasting box 3
    Liquiditeiten met een laag rendement, zoals uw bedrijfsbankrekening, kunt u als ondernemer het best pas ná 31 december overbrengen naar privé. Op die manier voorkomt u de relatief hoge belasting in box 3. Andersom is het verstandig om noodzakelijke liquiditeiten vanuit privé vóór 31 december van dit jaar over te maken naar uw bedrijfsrekening.U kunt als particulier de hoge belastingdruk in box 3 op met name spaargeld vermijden door de oprichting van een spaar-bv of een fonds voor gemene rekening. U betaalt dan ongeveer 38% belasting over het daadwerkelijk ontvangen rendement tot € 245.000. Dat is vele malen minder dan de 0,59% tot 1,76% belasting die u in 2021 over uw spaarsaldi betaalt in box 3, alhoewel u er wel rekening mee moet houden dat de vrijstelling in box 3 in 2021 verhoogd wordt naar € 50.000 per persoon.
  5. Keer nog dit jaar dividend uit
    Het tarief van de aanmerkelijkbelangheffing (box 2) gaat in 2021 omhoog van 26,25% naar 26,9%. Het kan daarom lonend zijn een eventuele dividenduitkering vóór 2021 te laten plaatsvinden, als u deze uitkering consumptief gebruikt of gebruikt voor het aflossen van een excessieve lening bij uw bv. Gebruikt u het uitgekeerde dividend niet voor een van deze doelen, dan behoort het tot uw privévermogen en wordt het belast in box 3. Of dit aantrekkelijk is, hangt onder meer af van de vraag of u spaart of belegt in box 3, wat dan het behaalde rendement is en hoeveel belasting u hierover betaalt.
  6. Koop (eerste) eigen woning ná 2020
    Jongeren die minstens 18 jaar zijn en nog geen 35 jaar, krijgen vanaf 2021 een vrijstelling van overdrachtsbelasting bij aankoop van een eigen woning. De vrijstelling is eenmalig, wat betekent dat indien deze jongeren al een koopwoning bezitten, ze toch recht hebben op de vrijstelling als ze een andere woning kopen. Ze hebben de vrijstelling dan immers nog niet eerder gebruikt. Voorwaarde is dat men de woning zelf als hoofdverblijf gaat bewonen. De vrijstelling betekent een besparing van 2% overdrachtsbelasting.
  7. Koop elektrische auto vóór 2021
    Als u als ondernemer van plan bent binnenkort een elektrische auto aan te schaffen, is het raadzaam dit nog voor het einde van 2020 te doen. Vanaf 2021 gaat de 8%-bijtelling voor elektrische auto’s namelijk omhoog naar 12%. Bovendien geldt deze 12%-bijtelling slechts voor de eerste € 40.000 van de cataloguswaarde in plaats van de eerste € 45.000, zoals nu nog het geval is. Over het meerdere betaalt u 22%. De lage bijtelling geldt voor een periode van 60 maanden vanaf de datum van eerste toelating.
  8. Verminder gebruikelijk loon met auto en kostenvergoedingen
    Kostenvergoedingen kunt u als dga in mindering brengen op het gebruikelijk loon. Het maakt niet uit of de kostenvergoedingen belast of onbelast zijn. Ook de bijtelling vanwege het privégebruik van de auto van de zaak telt mee voor het gebruikelijk loon. Bij een auto van bijvoorbeeld € 60.000 en een bijtelling van 22%, kunt u het gebruikelijk loon dus € 13.200 lager vaststellen. Door de vermindering van het gebruikelijk loon betaalt u als dga minder belasting in box 1.
  9. Optimaliseer de KIA
    Als u investeert, heeft u in beginsel recht op de investeringsaftrek voor kleinschalige investeringen (KIA). Het plannen en voor zover mogelijk het spreiden van investeringsverplichtingen, loont vaak de moeite. Zo levert een investering van € 50.000 in 2020 en 2021 een KIA op van € 28.000, terwijl een investering van € 100.000 in 2020 en € 0 in 2021 slechts € 16.307 aan KIA oplevert. Wilt u gebruikmaken van de KIA, laat u zich dan goed adviseren.
  10. Schenk ook dit jaar belastingvrij
    Maak ook dit jaar gebruik van de vrijstellingen in de schenkbelasting. U kunt in 2020 uw kinderen belastingvrij € 5.515 schenken en uw kleinkinderen of derden € 2.208. Voor kinderen tussen 18 en 40 jaar bestaat er ook een eenmalige verhoging van dit bedrag tot:- € 26.457;
    – € 55.114 indien het bedrag gebruikt wordt voor een studie;
    – € 103.643 indien het bedrag gebruikt wordt voor een eigen woning.De eenmalige schenking van € 103.643 ten behoeve van de eigen woning geldt ook voor andere personen dan de eigen kinderen. Schenkt u nog in 2020, dan daalt uw vermogen in box 3, wat bij u tot een belastingbesparing kan leiden.

4. NOW 3.0 aanvragen vanaf 16 november

Vanaf maandag 16 november kunnen werkgevers bij het UWV de tegemoetkoming in de loonkosten NOW 3.0 voor de eerste periode aanvragen. De NOW 3.0 is een tegemoetkoming in de loonsom voor de periode oktober t/m juni 2021 die in drie delen kan worden aangevraagd.

Let op!
De aanvraag voor deze eerste periode van oktober t/m december 2020 begint op 16 november en loopt tot en met 12 december. Er is dus maar één maand om de aanvraag te doen.

Tegemoetkoming afgebouwd
De tegemoetkoming wordt in vergelijking met de NOW 2.0 in twee stappen afgebouwd. Voor de eerste periode van drie maanden (oktober t/m december) bedraagt de tegemoetkoming nog maximaal 80% van de loonsom in plaats van 90% bij de NOW 1.0 en 2.0. Dit maximum krijgt de werkgever bij 100% omzetverlies. Bij geringer omzetverlies wordt de tegemoetkoming evenredig aangepast. Bij bijvoorbeeld 50% omzetverlies krijgt u 40% tegemoetkoming.

Opslag 40%
Voor de berekening van de tegemoetkoming komt boven op de loonsom een opslag van 40%. Deze is bestemd voor werkgeverslasten, zoals de premies werknemersverzekeringen en de vakantiebijslag.

Voorschot
Werkgevers krijgen eerst een voorschot van 80% in drie stappen uitbetaald. Dit voorschot is gebaseerd op de loonsom van juni 2020 en op het verwachte omzetverlies. Achteraf wordt de definitieve NOW 3.0 vastgesteld op basis van het werkelijke omzetverlies en de werkelijke loonsom.

Let op!
Het UWV streeft ernaar het eerste deel van het voorschot twee tot vier weken na uw aanvraag uit te betalen. Vraag de NOW 3.0 dus zo snel mogelijk aan.

Daling loonsom
U kunt onder de NOW 3.0 uw loonsom iets verlagen zonder consequenties voor de uiteindelijke subsidie. In de eerste periode (oktober tot en met december 2020) kunt u de loonsom laten dalen met 10%, in de tweede periode (januari tot en met maart) met 15% en in de laatste periode van mei tot en met juni met 20%. De loonsom kan worden verlaagd door natuurlijk verloop, door ontslagen of door werknemers te vragen om een vrijwillig loonoffer.

Inspanningsverplichting
De ontslagboete is bij de NOW 3.0 verdwenen. In plaats daarvan is er een inspanningsverplichting voor werkgevers. Werkgevers die bedrijfseconomisch ontslag voor een werknemer aanvragen in een tijdvak waarin ze NOW-subsidie krijgen, zijn verplicht contact te zoeken met het UWV in het kader van hulp bij werk-naar-werk-begeleiding.


5. Ook belastinguitstel voor ‘nieuwe’ gevallen

Ondernemers die tot nu toe nog geen uitstel van betaling van belastingen hebben aangevraagd, kunnen dit alsnog doen. Ze kunnen dan uitstel krijgen tot 1 januari 2021. Het uitstel kan ook tot 1 januari worden aangevraagd. Dit schrijft staatssecretaris Vijlbrief aan de Tweede Kamer.

Niet alleen uitstel verlengen
Bovenstaande betekent dat niet alleen ondernemers die al vóór 1 oktober uitstel hadden aangevraagd dit kunnen verlengen, maar dat ook degenen die nog geen uitstel hadden aangevraagd dit alsnog kunnen doen. De Tweede Kamer had hier in een motie om gevraagd.

Aflossen vanaf 1 juli 2021
De belastingschulden waarvoor uitstel wordt verkregen, moeten in beginsel vanaf 1 juli 2021 worden afgelost. Hiervoor krijgen ondernemers 36 maanden de tijd.

Uitstelportaal heropend
De Belastingdienst zal het digitale uitstelportaal vanaf 4 november heropenen. Via dit portaal kunnen ondernemers uitstel aanvragen. Verzoeken tot uitstel die al langs een andere weg bij de Belastingdienst zijn binnengekomen, zal de Belastingdienst ook in behandeling nemen.


6. TVL eenmalig ook voor andere sectoren

Aanvankelijk gold de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) alleen voor bepaalde sectoren, maar de regeling wordt nu uitgebreid. Dat heeft het kabinet eerder bekendgemaakt. De uitbreiding geldt vooralsnog alleen voor de eerste periode (oktober tot en met december 2020). Of een bedrijf in deze periode in aanmerking komt voor de TVL, is dus niet langer afhankelijk van de SBI-code van het bedrijf. De TVL staat daarmee voor deze periode eenmalig open voor alle bedrijven met een minimaal omzetverlies van 30%. Bedrijven moeten wel voldoen aan de overige eisen van de TVL. Zo dient men onder andere minimaal € 3.000 aan vaste lasten te hebben in de periode oktober t/m december en dient men minder dan 250 werknemers in dienst te hebben.

Let op!
Krediet- en financiële instellingen zijn uitgezonderd van de TVL.

Aanvragen?
U kunt de TVL voor de periode oktober tot en met december 2020 half november (exacte datum tijdens dit schrijven nog niet bekend|) tot en met 29 januari 2021 aanvragen.

Extra subsidie horeca
Er komt ook een extra subsidie voor de horeca. Dit om tegemoet te komen in de kosten ten gevolge van de verplichte sluiting, zoals bederf van voorraden. De subsidie zal ongeveer 2,75% van de omzetderving bedragen, al is nog niet duidelijk over welke periode deze derving berekend wordt. De uitwerking en voorwaarden van de regeling worden nog bekendgemaakt. Wel is al bekend dat de subsidie gemiddeld ongeveer € 2.500 per onderneming zal bedragen.

Horecaondernemers hoeven voor de subsidie geen aparte aanvraag in te dienen. Wanneer een aanvraag voor de TVL wordt gedaan, zal de subsidie er automatisch bij worden opgeteld. De subsidie zal niet beperkt worden door het maximum van de TVL van € 90.000.

Extra tegemoetkoming evenementenbranche
Aangezien veel evenementen vanwege de coronamaatregelen niet door kunnen gaan, komt er ook voor deze branche onder voorwaarden een extra tegemoetkoming. Deze extra regeling is bestemd voor ondernemers die wel voor de TVL uit het tweede steunpakket in aanmerking zijn gekomen, maar niet voor de TVL voor de periode oktober t/m december 2020, omdat hun omzet in het vierde kwartaal van 2019 (te) laag was.

De betreffende ondernemingen die door een lage omzet in 2019 geen aanspraak kunnen maken op de aankomende TVL-subsidie, ontvangen eenmalig een bedrag gebaseerd op de hoogte van hun TVL-subsidie uit het tweede steunpakket. De regeling wordt nog verder uitgewerkt.


7. Aanvraag WBSO moet voor 21 december

Als u vanaf 1 januari 2021 in aanmerking wilt komen voor afdrachtvermindering in het kader van de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO), moet u uiterlijk 20 december een aanvraag doen. Als u zelfstandig ondernemer bent, heeft u de mogelijkheid tot 1 januari 2021. De tarieven voor 2021 zijn verhoogd ten opzichte van 2020. De aanvraag voor afdrachtvermindering kan nu online worden ingediend. U moet dit voor 21 december doen om volgend jaar gebruik te kunnen maken van de regeling. Zelfstandigen kunnen dit tot 1 januari 2021 doen. Om de aanvraag te kunnen doen, moet u inloggen op mijn.rvo.nl/wbso. De WBSO is een belangrijke fiscale regeling voor innovatieve projecten voor zowel grote als kleine ondernemers.


8. Toetsing RI&E niet verplicht voor kleinere werkgever

Kleinere werkgevers met maximaal 25 werknemers hoeven hun risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) niet te laten toetsen door een gecertificeerde arbodienst of deskundige. Deze vrijstelling geldt alleen als u gebruikmaakt van een erkend RI&E-instrument voor uw branche. Erkende RI&E-instrumenten voor de verschillende branches moeten aan bepaalde voorwaarden voldoen. Zo moeten werkgevers en werknemers uit dezelfde branche het instrument in samenwerking hebben opgesteld. Het instrument moet ook getoetst zijn door een gecertificeerde arbokerndeskundige. Verder moet het instrument aangemeld zijn bij het Steunpunt RI&E en op de website (www.rie.nl) digitaal verkrijgbaar zijn. Het ontbreken van een RI&E (inclusief plan van aanpak) kan leiden tot hoge boetes.


Disclaimer
Bij de samenstelling van deze MKB-Nieuwsbrief is naar uiterste betrouwbaarheid en zorgvuldigheid gestreefd. Wij willen voldoen aan de wens om actueel te zijn. Maar terwijl we aan het schrijven zijn, kunnen er vanuit de overheid nieuwe aanvullingen of verbeteringen van de steunmaatregelen inzake corona komen. Het overzicht van deze nieuwsbrief is geschreven met de kennis tot en met zondagavond 8 november 20.00 uur.

CONTACT

Laat hier een bericht achter. We nemen zo spoedig mogelijk contact met u op!

Niet leesbaar? Verander tekst. captcha txt