Let op!
Wij willen voldoen aan de wens om actueel te zijn. Het overzicht in deze MKB-Nieuwsbrief is geschreven met de kennis tot en met maandag 9 mei 2022, 20:00 uur.


1.SmitsVandenBroek neemt afscheid van Noud Smits

Onlangs is Noud Smits, onze ervaren loondeskundige, met pensioen gegaan.

Noud heeft de laatste jaren van zijn lange carrière als onuitputtelijke vraagbaak en expert op loongebied bij ons kantoor afgesloten.

Dank daarvoor Noud, en geniet van je welverdiende rust!


2. Concurrentie- en relatiebeding, zijn uw arbeidscontracten op orde? (deel 2)

De slag om gekwalificeerd personeel woedt voort en dat gaat niet zonder slag of stoot. Steeds vaker wordt een beroep gedaan op een concurrentie- of relatiebeding door werkgevers die hun – zoals dat zo mooi heet – ‘bedrijfsdebiet’ willen beschermen tegen onrechtmatige concurrentie. Met als gevolg dat werknemers zich in hun persoonlijke vrijheid zien aangetast door de soms vergaande belemmering om elders een dienstverband te aanvaarden of een eigen onderneming te starten. 

In vervolg op deel 1, vragen 1 tot en met 4, in de nieuwsbrief van vorige maand, hierna enkele vragen en antwoorden uit de praktijk met betrekking tot dit actuele thema in het arbeidsrecht. 

5. Een concurrentie- en relatiebeding in een contract voor bepaalde tijd dient te zijn voorzien van een gemotiveerde onderbouwing waarom een dergelijk beding noodzakelijk is ter bescherming van de bedrijfsbelangen. Kan worden volstaan met het noemen van “zwaarwegende belangen” of dient een uitgebreide motivering te zijn opgenomen?

Uit de wet volgt dat het om de motivering van de zwaarwegende belangen gaat. Met andere woorden, het enkel opschrijven dat er zwaarwegende belangen zijn is niet voldoende. De belangen dienen concreet en uitgebreid beschreven te worden, toegespitst op de specifieke werkgever in de gegeven situatie, wil de motivering überhaupt kunnen voldoen aan de wettelijke vereisten. Hierdoor is een standaard bepaling vaak te kort door de bocht, met als risico dat bij toetsing een rechter het beding ongeldig zal verklaren.

6. Moet een concurrentie- en relatiebeding opnieuw schriftelijk overeen gekomen worden wanneer een werknemer een andere functie krijgt? 

Als een werknemer een andere functie krijgt, geldt als uitgangspunt dat het beding opnieuw moet worden vastgelegd wanneer er sprake is van een ingrijpende (voorzienbare) wijziging van de arbeidsverhouding, waardoor het beding aanmerkelijk zwaarder op werknemer gaat drukken. Mocht achteraf, in het zicht van of na een einde dienstverband, discussie ontstaan over de geldigheid of reikwijdte van het beding, kan een rechter oordelen dat het beding niet meer van toepassing is indien het niet opnieuw is afgesproken. Werkgevers dienen zich hiervan bewust te zijn bij elke functiewijziging, om onaangename verrassingen achteraf te voorkomen. 

7. Loopt een nieuwe werkgever ook risico aangesproken te worden indien een werknemer in dienst wordt genomen die een concurrentie- of relatiebeding met de oud-werkgever overtreedt? 

Een nieuwe werkgever kan naast de werknemer die inbreuk maakt op een concurrentie- of relatiebeding aansprakelijk worden gesteld door de oud-werkgever indien sprake is van onrechtmatige concurrentie. Uit de rechtspraak zijn een aantal voorwaarden te destilleren, de drempel voor aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad ligt vrij hoog. Ongeoorloofde concurrentie wordt doorgaans aangenomen indien een werknemer de knowhow die verkregen is bij de oud-werkgever toepast ten behoeve van de nieuwe werkgever, met als gevolg profijt voor de nieuwe werkgever en nadeel (zoals omzetderving) bij de oud-werkgever. Daarnaast is voorwaarde dat de nieuwe werkgever op de hoogte moet zijn van het beding waaraan werknemer is gebonden of wetenschap heeft dat werknemer zich schuldig maakt aan onrechtmatige concurrentie. Verder moeten er bijkomende omstandigheden aangevoerd worden, die tezamen leiden tot een schadevergoedingsplicht van de nieuwe werkgever tegenover de oud-werkgever.

Wilt u meer weten over de mogelijkheden of de houdbaarheid van een concurrentie- of relatiebeding in de arbeidscontracten met uw werknemers, benader dan uw relatiebeheerder die u graag in contact brengt met een van de juristen van SmitsVandenBroek. 


3. Rechtsherstel box 3 vóór 4 augustus via ‘spaarvariant’

De ongeveer 60.000 belastingplichtigen die tijdig bezwaar hebben gemaakt tegen de belastingheffing in box 3 over de jaren 2017 tot en met 2020, krijgen vóór 4 augustus van dit jaar rechtsherstel. Het herstel wordt geboden via de zogenaamde spaarvariant. Vooral voor mensen met spaargeld betekent dit dat ze een teruggave kunnen verwachten. Dit heeft het kabinet bekendgemaakt.

Hoe wordt de mogelijke teruggave berekend?
Er is een nieuwe methodiek opgesteld om de belastingheffing op het vermogen te bepalen voor de jaren 2017 tot en met 2020. In deze zogenaamde spaarvariant wordt de heffing in box 3 berekend via de werkelijke verdeling van het vermogen tussen spaargeld en beleggingen. Hierover wordt een forfaitair rendement berekend. Voor het spaargeld wordt uitgegaan van een forfaitair rendement op basis van de actuele spaarrente (van 0,25% in 2017 tot 0,01% in 2021), die bijna nul is. Bij het vaststellen van het forfaitair rendement van beleggingen wordt uitgegaan van het meerjarige gemiddelde rendement op beleggingen (van 5,39% in 2017 tot 5,69% in 2021). Voor schulden wordt aangesloten bij de hypotheekrente (van 3,43% in 2017 tot 2,46% in 2021).

Bedraagt de box 3-heffing op basis van deze nieuwe berekening minder dan op basis van de wettelijke berekening en maakt u tijdig bezwaar? Dan volgt een teruggaaf. Is de box 3-heffing op basis van de nieuwe berekening hoger, dan volgt geen teruggaaf. U hoeft voor de jaren 2017 tot en met 2022 echter ook niet bij te betalen.

Let op!
Het kabinet wil deze uitgangspunten ook toepassen voor de heffing in box 3 over de jaren 2023 en 2024. Hiertoe zal met Prinsjesdag 2022 een wetsvoorstel worden ingediend. Het is de bedoeling dat vanaf 2025 de box 3-heffing dan plaatsvindt op basis van het werkelijke rendement.

Rechtsherstel nog niet vaststaande aanslagen
Vanaf medio september 2022 wordt daarnaast herstel geboden aan de aanslagen over 2017 tot en met 2020 die op 24 december 2021, de datum van het arrest van de Hoge Raad, nog niet onherroepelijk vaststonden. Vanaf medio oktober volgt dan het rechtsherstel voor de aangiften 2017 tot en met 2020 waarbij nog geen aanslag was opgelegd.

Afhandeling aangifte 2021
Mensen met box 3-inkomen die dit jaar op tijd aangifte hebben gedaan over 2021 en belasting moeten betalen, ontvangen deze aanslag niet voor 1 juli van dit jaar. De Belastingdienst houdt de aangiftes met box 3 apart en legt deze aanslagen vanaf augustus 2022 gefaseerd op. Op dat moment is waarschijnlijk ook een nieuwe versie van de onlineaangifte 2021 beschikbaar. Indien gewenst, bijvoorbeeld in verband met een nieuwe partnerverdeling, kan de aangifte 2021 dan opnieuw ingediend worden.

Wie voor 1 mei 2022 aangifte heeft gedaan en een teruggave verwacht, krijgt in eerste instantie wel een voorlopige aanslag die gebaseerd is op de oude systematiek. Bedraagt de box 3-heffing op basis van de nieuwe berekening minder, dan herstelt de Belastingdienst dit automatisch bij het opleggen van de definitieve aanslag. U hoeft hiervoor dus geen actie te ondernemen.

Geen bezwaar gemaakt?
Voor degenen die geen (tijdig) bezwaar maakten tegen de aanslagen 2017 tot en met 20202, beslist het kabinet later of ook zij rechtsherstel krijgen. Dit hangt af van een arrest van de Hoge Raad in een andere zaak, dat dit najaar wordt verwacht.


4. Sancties dreigen voor niet registreren in UBO-register

Voor een aantal juridische entiteiten bestaat de plicht om geregistreerd te zijn in het zogenaamde UBO-register. Valt u hieronder en heeft u zich nog niet ingeschreven, dan kunt u te maken krijgen met sancties. Dit heeft minister Kaag bekendgemaakt.

UBO-register
UBO staat voor ‘ultimate beneficial owner’, ofwel de uiteindelijke belanghebbende. Dit is de persoon die de uiteindelijke eigenaar is van of de uiteindelijke zeggenschap heeft over een bv, stichting, vereniging of andere organisatie waarvoor de registratieplicht geldt. Het UBO-register is vooral bedoeld om witwassen en terrorismefinanciering tegen te gaan.

Bij wie start de controle op inschrijving?
Ongeveer de helft van alle entiteiten die geregistreerd moeten zijn, voldoet nog niet aan deze plicht. Dit ondanks de ruime voorbereidingstijd. De aangekondigde sancties zullen zich daarom eerst richten op de entiteiten waar het risico op witwassen en financieren van terrorisme het grootst is. Bij andere entiteiten zal steekproefsgewijs gehandhaafd worden.

Let op!
Voordat er gehandhaafd wordt, ontvangt u eerst een brief met een laatste waarschuwing en met een termijn om alsnog aan de registratieplicht te voldoen.

Uiteenlopende sancties
De sancties zijn uiteenlopend. Ze variëren van een bestuurlijke boete en een last onder dwangsom, tot in zeer uitzonderlijke gevallen een gevangenisstraf. Ook kan in uitzonderlijke gevallen een zaak voor strafrechtelijke handhaving worden doorverwezen naar het Openbaar Ministerie. Anderzijds zal ook op andere wijze gepoogd worden om het aantal geregistreerde entiteiten toe te laten nemen.

Nog niet ingeschreven?
Valt u onder de verplichting u in te schrijven in het UBO-register en heeft u dit nog niet gedaan? Doe dat dan alsnog. U kunt dit online doen bij de Kamer van Koophandel. Heeft u hier vragen over of hulp bij nodig, neem dan contact met ons op.


5. Is uw meewerkende partner verplicht verzekerd?

Als uw partner in uw eenmanszaak of VOF werkt, komt de vraag aan de orde of uw partner verplicht verzekerd is voor de werknemersverzekeringen. Het antwoord is afhankelijk van de vraag of er sprake is van een dienstbetrekking.

Dienstbetrekking
Uw partner is verplicht verzekerd voor werknemersverzekeringen als hij of zij werkt in dienstbetrekking bij uw eenmanszaak of VOF. Bij de beoordeling of sprake is van een dienstbetrekking spelen drie elementen een rol:

  • Bestaat een verplichting om persoonlijk arbeid te verrichten?
  • Wordt een vergoeding betaald?
  • Is sprake van een gezagsverhouding?

Als alle drie de vragen met ja beantwoord worden, spreken we van een dienstbetrekking en dus van een verzekeringsplicht voor de werknemersverzekeringen.

Gezagsverhouding
De verplichting om persoonlijk arbeid te verrichten en het betalen van een vergoeding is al snel aan de orde. De vraag die daarom meestal voorligt, gaat over de gezagsverhouding.

Let op!
Soms wordt nog weleens gedacht dat een familie- of persoonlijke band per definitie betekent dat geen gezagsverhouding aanwezig is. Dit is niet juist. Voor de aanwezigheid van een gezagsverhouding is het namelijk voldoende dat de werkgever bevoegd is om de werknemer bindende aanwijzingen over het werk te geven. De familie- of persoonlijke band wordt wel betrokken in de beoordeling of sprake is van een gezagsverhouding, maar sluit deze dus niet per definitie uit.

Meer dan alleen aanwijzingen
Het geven van aanwijzingen betekent overigens niet dat meteen een gezagsverhouding ontstaat. Een opdrachtgever maakt met zijn opdrachtnemer immers ook afspraken over het resultaat van de werkzaamheden van de opdrachtnemer. Een gezagsverhouding kan wel ontstaan als ook over de invulling (hoe, wanneer, waarmee et cetera) van de werkzaamheden aanwijzingen worden gegeven. Het antwoord op de vraag of een gezagsverhouding en dus een dienstbetrekking aanwezig is, is dus sterk afhankelijk van de feiten en omstandigheden.

Tip!
Werkt uw partner onder vergelijkbare omstandigheden en voorwaarden als uw andere werknemers? Dan is waarschijnlijk sprake van een dienstbetrekking.


6. Giftenaftrek voor vrijwilligers, wanneer kan dit?

Als vrijwilliger kunt u soms vanwege uw vrijwilligerswerk giften aftrekken in uw aangifte inkomstenbelasting. Hiervoor geldt wel een aantal voorwaarden. Welke zijn dit?

Vrijwillig afzien van vrijwilligersvergoeding
Als u recht heeft op een vrijwilligersvergoeding, kunt u deze misschien als gift aftrekken in de aangifte inkomstenbelasting. Voorwaarde hiervoor is onder meer dat u door een regeling van de instelling recht heeft op de vergoeding, maar daar vrijwillig van afziet.

Let op!
De instelling waarvoor het vrijwilligerswerk wordt verricht, moet ook bereid én in staat zijn om u de vrijwilligersvergoeding daadwerkelijk te betalen. Heeft de instelling hiervoor onvoldoende financiële middelen, dan kan de vrijwilligersvergoeding alsnog niet als gift afgetrokken worden.

Andere voorwaarden voor de giftenaftrek
Een andere voorwaarde is dat de instelling – waarvoor het vrijwilligerswerk wordt verricht – een ANBI of culturele ANBI is. Deze instelling moet aan u een verklaring geven dat vrijwilligerswerk is gedaan.

Let op!
Alleen als voldaan is aan álle voorwaarden kan de vrijwilligersvergoeding als gift in aftrek komen. In de praktijk blijkt dit weleens mis te gaan.

Gemaakte kosten als gift aftrekken
Maakt u kosten voor het vrijwilligerswerk? Dan kunt u deze kosten soms als gift in aftrek brengen.

Dat kan als u de kosten niet vergoed kan krijgen of hier vrijwillig van afziet. Het moet wel gaan om kosten die volgens maatschappelijke opvattingen vergoed behoren te worden. Denk hierbij aan reiskosten, portokosten, kosten voor papier, autokosten et cetera.

Tip!
Voor autokosten geldt een vast bedrag van € 0,19 per kilometer. Wordt per taxi gereisd, dan mogen de werkelijke kosten in aanmerking genomen worden.

Let op!
Als u afziet van de vrijwilligersvergoeding én kosten maakt, komen deze kosten alleen in aftrek voor zover deze hoger zijn dan de vrijwilligersvergoeding.


7. Persoonlijke attentie aan werknemer kan belastingvrij

Alles wat u in verband met de persoonlijke relatie aan uw werknemer geeft in plaats van in verband met de dienstbetrekking, is geen loon. Dit kan daarom belastingvrij. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een fruitmand voor een zieke werknemer of een rouwkrans bij overlijden. Geeft u een persoonlijke attentie met een factuurwaarde (inclusief btw) van maximaal € 25 (geen geld of een waardebon)? En geeft u dit in een situatie waarin anderen ook zo’n persoonlijke attentie zouden geven? Dan gaat de Belastingdienst ervan uit dat dit geen loon is. Dit kan dus belastingvrij. Voldoet u niet (helemaal) aan deze voorwaarden? De factuurwaarde is bijvoorbeeld meer dan € 25? Dan kan er nog steeds sprake zijn van geen loon als er geen verband met de dienstbetrekking is. Houd er dan wel rekening mee dat u hierover misschien in discussie komt met de Belastingdienst.


8. AanZET: subsidie voor zero-emissieloze vrachtwagens

Voor de aanschaf van nieuwe emissieloze vrachtwagens kunnen ondernemingen en non-profitorganisaties vanaf 9 mei 2022 bij de Rijksdienst voor Ondernemen (rvo.nl) de Aanschafsubsidie Zero Emissie Trucks, oftewel AanZET, aanvragen. U kunt de subsidie pas aanvragen nadat u een koop- of financial-leaseovereenkomst zonder onherroepelijke verplichtingen heeft afgesloten. Deze overeenkomst mag op het moment dat u de subsidie aanvraagt, nog niet definitief zijn. De subsidie is een percentage van de verkoopprijs van het vrachtautochassis inclusief af-fabriekopties, maar exclusief btw. De hoogte is afhankelijk van twee factoren: het type voertuig en de grootte van de onderneming.

CONTACT

Laat hier een bericht achter. We nemen zo spoedig mogelijk contact met u op!

Niet leesbaar? Verander tekst. captcha txt